Beheren wat-te-doen

Naast dat de zaaktype inrichter de instellingen van het wat te doen blok bij de statustypen (2 t/m 8) en resultaattypen kan beheren kunnen ook 'gewone gebruikers hiervoor geautoriseerd worden.

In het dirigentje van behandelen zaak wordt dan de optie 'Beheer instellingen blok 'Wat te doen?' zichtbaar.

Met deze optie kan voor het betreffende zaaktype de instellingen voor het 'Wat te doen' blok aangepast worden.

Na het activeren van de optie 'Beheer instellingen blok 'Wat te doen?' wordt een mutatievenster getoond met de opties:

• 'Kies status' - hierin worden de namen van de statustypen getoond (vanaf status 2)
• 'Kies resultaat' - hierin worden alle resultaattypen van het zaaktype getoond.

Na de keuze van een statustype wordt mutatievenster (1553) getoond met de titel 'Blok 'Wat te doen?' bij wijzigen naar status X - [NAAM ZAAKTYPE]'. Dit venster bevat de volgende regels:

• Kop - Indien je de kop Wat te doen? een afwijkende naam wil geven, kun je dat hier invullen,
• Instructietekst - vul hier de instructietekst is voor de statusovergang,
• Tonen toewijzen aan behandelaar? - ja/nee
• Knop 'Klaar' - Indien je deze knop een andere naam wil geven, kun je dat hier invullen (niet beschikbaar bij laatste status).

Bewaar de wijzigingen met de groene knop 'Sla wijzigingen op'.

Na de keuze van een resultaattype wordt mutatievenster (1553) getoond met de titel 'Blok 'Wat te doen?' bij het selecteren van resultaattype [NAAM RESULTAATTYPE]'. Dit venster bevat de volgende regels: :

• Instructietekst - vul hier de instructietekst is voor het resultaattype,
• Knop 'Klaar' - Indien je deze knop een andere naam wil geven, kun je dat hier invullen.

Bewaar de wijzigingen met de groene knop 'Sla wijzigingen op'. 

Terug naar behandelen zaak