Hoe verschijnen resultaattypen in de lijst?

Het scherm1246 'Archiefkenmerken opnieuw opbouwen' wordt geactiveerd vanuit Informatiebeheer bij het blok Archiveren. Deze procedure stelt je in staat om de archiefkenmerken van afgehandelde zaken met terugwerkende kracht opnieuw op te bouwen. Hiermee kun je bijvoorbeeld zaken die verkeerde of geen archiefkenmerken hebben alsnog voorzien van de juiste archiefkenmerken.

Let op: Via dit scherm kun je alleen de archiefnominatie (vernietigen of overbrengen) en de termijn opgeven. Je kunt hier dus bijvoorbeeld niet met terugwerkende kracht aangeven wie de archiefcheck uitvoert, welke selectielijst leidend is en hoeveel dagen na afhandeling de zaak moet worden bevroren.

Het is belangrijk te weten dat de aanpassing via deze methode in alle versies van het resultaattype in het zaaktype wordt aangepast.

Er is ook een nieuwe methode om de historische resultaattypen aanpassen bij zaaktype en opnieuw opbouwen bij zaken dit moet worden uitgevoerd per versie van een resultaattype. Een voordeel hierbij is dat je kunt zien hoeveel zaken met het betreffende resultaat zijn afgehandeld.

Alleen de zaaktyperesultaten met een bepaalde waarde worden getoond in de lijst met de opnieuw te configureren archiefkenmerken. Door een aanpassing bij het betreffende zaaktyperesultaat in de database wordt het resultaat getoond in de lijst.

Inde tabel “zaaktyperesultaat” moeten per resultaattype het veld zktr_indarchiefkmopnieuwmet een “J” worden gevuld.

Indien dit veld de waarde N heeft dan verschijnt het betreffende resultaattype niet in het scherm “opnieuw configureren”. Per resultaattype moet de waarde van dit veld worden aangepast.

Met behulp van onderstaande query, die uitgevoerd moet worden op de database via bijvoorbeeld SQL-developer, kunnen van een zaaktype direct alle resultaattypen van alle versies worden aangepast zodat deze verschijnen in het overzicht met de 'opnieuw te configureren archiefkenmerken'.

updateZAAKTYPERESULTAAT
setZKTR_INDARCHIEFKMOPNIEUW ='J',
ZKTR_INDARCHIEFKMOPNIEUWVERW='N',
ZKTR_DATUMARCHIEFKMOPNIEUWVERW = NULL,
where ZKTR_INDARCHIEFKMOPNIEUW ='N'

LETOP: via de aanpassingen ZKTR_INDARCHIEFKMOPNIEUWVERW ='N' en ZKTR_DATUMARCHIEFKMOPNIEUWVERW = NULL, worden ook eventuele eerdere verwerkingen van archiefkenmerken opnieuw verwerkt (deze aanpassingen kan indien gewenst achterwege gelaten worden).

Als bij een af te handelen zaak het resultaattype wordt gekozen waarbij ZKTR_INDARCHIEFKMOPNIEUW = ‘J’ én ZKTR_DATUMARCHIEFKMOPNIEUW = leeg, wordt er niets uitgevoerd m.b.t. de archiefkenmerken bij het afhandelen van de zaak.
In dit geval wordt in de archiefkenmerken van de afgehandelde zaak bij resultaat de tekst getoond 'Te bepalen via opnieuw opbouwen archiefkenmerken'.
Het is dus belangrijk dat ZKTR_INDARCHIEFKMOPNIEUW op Nee staat tenzij je bezig bent om de archiefkenmerken met terugwerkende kracht opnieuw op te bouwen.